Deze getuigenissen en beelden werden verzameld in het kader van het mondeling geschiedenisproject rond generatiebedrijven.
Foto 1 en 2: Bekwaamheidsbewijzen van Albert Godderis, zaakvoerder tweede generatie, Hout- en Marmerschilderen van 1936 en 1938
Foto 3 en 4: Godecor Moorslede, 2de generatie, Albert Godderis & Alice Hoet… met heel wat jaartjes tussenin
Foto 5: De woning van Albert Godderis, café “Sportkring” annex hoedenwinkel, waar hij woonde met zijn gezin na zijn huwelijk met weduwe Alice Hoet
Foto 6: Het Schildersbedrijf van de familie Godderis in de Roeselaarsestraat 76 te Moorslede, in de tweede generatie, we bemerken al een bescheiden vorm van publiciteitsborden.
Albert Godderis was één van de drie zonen van de stichter René Godderis. Hij is als enige zoon vanaf 1935 bij zijn vader blijven werken in de zaak van schilderwerken. Zijn enige zus Julia Godderis heeft na het (vroege) overlijden van haar moeder de winkel overgenomen. Albert heeft het schildersvak geleerd in de “vakschool” (Vrije Beroepsschool voor Kunsten en Ambachten van Rousselare) in Roeselare (ten bewijze hiervan zijn talrijke diploma’s).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de winkel opengebleven maar Albert Godderis is wel gemobiliseerd geweest, is moeten gaan vechten tijdens het offensief aan de Leie en werd daar verwond aan het front. Hij is dan afgevoerd naar Doornik voor verzorging. Na zijn herstel is hij te voet teruggekeerd naar huis en heeft hij kunnen thuisblijven en zijn beroep van schilder verder uitoefenen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gezin verplicht een Duitse soldaat in te kwartieren in hun woning.
Albert Godderis was dan in 1938 gehuwd met een weduwe, Alice Hoet, die een beetje verder in de straat het voetballokaal café “Sportkring” openhield met aansluitend een hoeden- en pettenwinkel.
Alice Hoet had uit haar eerste huwelijk met haar man (Foré) al vier kinderen (waarvan er al één overleden was) en daarna heeft ze nog vier kinderen gekregen met Albert Godderis (waarvan er ook één is gestorven). Die zes kinderen (3 Foré en 3 Godderis) groeiden samen op in het café “Sportkring” annex hoeden- en pettenwinkel.
Albert ging tijdens de dag werken samen met zijn vader vanuit het atelier in de Roeselaarsestraat 76 waar zijn zuster Julia de winkel openhield. De winkel kreeg ook al een gedaantewisseling in die tweede generatie. De houten poort met glaswerk werd vervangen door een poort met rolluik. Albert werkte hoofdzakelijk nog alleen, soms deed hij weleens beroep op een werkman, maar nooit in vast dienstverband.
Moeder Alice vertelde vaak dat er geregeld Duitse soldaten in het café kwamen en het was haar bijgebleven dat die soldaten veel respect betoonden voor een vrouw die in verwachting was (zij verwachtte tijdens de oorlog Godfried Godderis, zaakvoerder in de derde generatie). Ook herinnerde ze zich dat er in de Tweede Wereldoorlog een aantal onderwijzers les kwamen geven aan de kinderen in een lokaaltje van het café, wellicht omdat de school gesloten was of opgevorderd door de Duitsers.
Albert is tot in zijn zeventigste levensjaar blijven meewerken in het bedrijf dat sinds 1969 door zijn zoon Godfried Godderis werd gerund.