In zijn dagboek vertelt Ernest Schotte over de gedwongen arbeid tijdens de oorlog in Ingelmunster.
21 november 1916. Het werkvolk was deze morgen aan de statie en de trein had anderhalf uur vertraging. Intussen stookten zij elkaar op en toen de trein aanzette sprongen allen er af. Geen een wilde vertrekken. Om 2 uur in de namiddag zijn ze allen naar de kommandantur getrokken. De Kommandant beval het volgende kenbaar te maken door de politie tegen de avond: “De Duitse krijgsoverheid beveelt aan de militaire arbeiders dat zij verplicht zijn morgen hun arbeid te hernemen, willen zij zich grote moeilijkheden sparen”. Zelfde overheid verzekert dat de werkers zullen betaald worden.
22 november 1916. Er is niemand meer naar de trein geweest. ’s Noens worden de secretaris en de politiediensten bij de Kommandant geroepen waar de lijst der werklieden gegeven wordt, met bevel dat zij om 3 uur allen in de Kommandantur moeten zijn. Ze zijn er. Er wordt hen gezegd dat zij verplicht zijn morgen hun werk te hernemen, zoniet gedwongen zullen worden, en dat zij zullen betaald worden.