In zijn dagboek vertelt Ernest Schotte over regels en wetten tijdens de oorlog in Ingelmunster.
Zondag 25 april 1915. Gisterenavond zijn negen personen bij de wacht gestoken op ’t kasteel, om na 8 uur op straat gevonden te zijn. […] Deze morgen worden zij in de kommandantur gebracht en hen wordt gezegd dat zij elk 25 fr boete hebben. Tot zekerheid deze betaling worden burgemeester en secretaris geroepen en daarvoor verantwoordelijk gesteld. De boete voor deze middag betaald worden ofwel zullen burgemeester en secretaris worden vastgezet. Deze vastgenomen lieden werden losgelaten nadat de burgemeester verklaard heeft dat de gemeente zal betalen, hetgene de secretaris dan ook doet. ’s Avonds, ’t is nog klaar, worden al de huizen en de herbergen gesloten na 7 uur. Er worden geen lieden vastgezet. De soldaten zijn nu mistevreden omdat zij nergens meer drank kunnen vinden. […] de kommandantur heeft ook de herberg van de We Vanwynsberghe aan de statie, omdat zij zeggen dat het dochter is die “Vive la France” geroepen heeft toen de krijgsgevangenen eergisterenavond voorbij reden.