Al van bij de aanvang van de oorlog was ons land niet meer in staat om in de bevoorrading van onze bevolking te voorzien. Om de hongersnood in te dijken, werd op 5 september 1914 in Brussel het Centraal Comité voor Hulp- en Voedselvoorziening ingericht. Toen de oorlog in België steeds dreigender werd, vroegen heel wat verenigingen om directe hulp in neutrale landen. Die kwam er toen op 22 oktober 1914 de Amerikaanse zakenman Herbert Hoover de Commission for Relief in Belgium stichtte. Deze commissie zorgde voor het opzoeken en aankopen van voedsel en het transport naar België. Ze stond onder patronage van ambassadeurs uit de Verenigde Staten en Spanje. Vandaar dat ze beter bekend was onder de benaming Spaans-Amerikaans Comité. In Hooglede was er een groep vrijwilligers die instond voor de bedeling van de goederen. Door de Duitse bezetter waren ze verplicht om een armband met groen kruis te dragen rond hun linkerarm. De goederen werden door opgeëiste boeren met paard en kar afgehaald in het station van Roeselare. De uitdeling ervan gebeurde op het gemeentehuis. Levensmiddelen waaronder meel en bloem kreeg men niet gratis, men diende ze te kopen.
(Collectie Freddy Anckaert)
Al van bij de aanvang van de oorlog was ons land niet meer in staat om in de bevoorrading van onze bevolking te voorzien. Om de hongersnood in te dijken, werd op 5 september 1914 in Brussel het Centraal Comité voor Hulp- en Voedselvoorziening ingericht. Toen de oorlog in België steeds dreigender werd, vroegen heel wat verenigingen om directe hulp in neutrale landen. Die kwam er toen op 22 oktober 1914 de Amerikaanse zakenman Herbert Hoover een commissie oprichtte om de mensen te helpen. Deze commissie zorgde voor het opzoeken en aankopen van voedsel en het transport naar België. Ze stond onder bescherming van ambassadeurs uit de Verenigde Staten en Spanje. Vandaar dat ze beter bekend was onder de benaming Spaans-Amerikaans Comité. [...] De commissie haalde de goederen af in de haven van Rotterdam, stond in voor de verdeling per provincie en begeleidde de konvooien zodat ze wel degelijk in handen kwamen van de burgerbevolking. In Hooglede was er een groep vrijwilligers die instond voor de bedeling van de goederen. Door de Duitse bezetter waren ze verplicht om een armband met groen kruis te dragen rond hun linkerarm. De goederen werden door opgeëiste boeren met paard en kar afgehaald in het station van Roeselare. De uitdeling ervan gebeurde op het gemeentehuis. Levensmiddelen waaronder meel en bloem kreeg men niet gratis, men diende ze te kopen.