In de brief van 20 september aan zijn ouders, vertelt Gaston dat ze een inventaris moesten opmaken van hun kledij. De Duitsers maakten er een officieel document met stempel van. Op het document kunnen we o.a. lezen dat Gaston 1 zondags pak bezit en 1 werkpak. Tevens heeft hij 1 werkbroek, 3 onderbroeken, 2 vesten, 5 paar kousen, 4 onderhemden en 4 werkhemden en slechts 2 'plooi' hemden. Hij heeft zowel lage als hoge schoenen. Hij bezit 10 zakdoeken en 4 handdoeken. Tevens heeft hij een rugzak en 2 manden.
Naast een inventaris van de kledij, moesten ze ook een materiaalboekje bijhouden. Daarin stond welke gereedschappen ze in bruikleen hebben gekregen.