In de brief van 1 juni vertelt Gaston dat hij 3 Duitse mark boete moest betalen omdat er 200 g teveel tabak in zat. Hij vindt het niet erg, hij zegt immers 'ik kan er toch meer van maken'. Hij vraagt naar 'huttebonen' (struikboontjes) uit de tuin thuis en graag ook 10 pakjes sigaretten. Onlangs kon hij sigaretten ruilen voor een 'koekebrood'. 

Op 9 juni was het betaaldag, in de maand mei verdiende hij 137 Duitse mark. Gaston zal proberen om geld op te sturen naar huis. Samen met de brief stuurt hij een paar foto's, o.a. een foto genomen op een voetbalplein, en een foto van bewoners van zijn barak. Op de foto zie je vlnr. George Cappelle (Passendale) en Gaston Vallaey (Passendale).

Op 10 juni stuurt Gaston sluit Gaston alweer foto's in bij de brief. Hij betoont zijn medeleven bij het plotse overlijden van 'André van tante Julia'. Hij schreef de postmeester van Passendale in verband met een legitimatiekaart. 

Op 18 juni vermeldt Gaston alweer dat hij foto's stuurde. Hij toont zich bezorgd over zijn werk bij de post, na de oorlog. Voor het eerst vermeldt Gaston dat ze dagelijks 0,5 l melk krijgen in de fabriek. Om die melk te kunnen krijgen, moeten ze een fles hebben. Hij kocht een fles van een Rus voor 5 sigaretten.