Na de deportatie ontstaat er een intense briefwisseling tussen de ouders en Gaston. Bijna onmiddellijk na aankomst schrijft Gaston een brief naar huis met het relaas van zijn deportatie. Hij beschrijft zijn reisroute uitvoering. Hij vertelt waar zijn lotgenoten, die zijn ouders wellicht ook kenden, naartoe moesten: Roger Claerhout en Michel Noyez worden naar Bremen gestuurd. Michel Baert en Germain Ledoux kregen te horen dat ze naar Leipzig moesten. Gaston Vallaey en George Cappelle moeten naar Braunschweig. Hij weet niet waar Gilbert Lesage terecht zal komen. Gilbert bleef alleen achter en zal dus geen bekenden in het werkkamp hebben.
Hij vertelt dat ze tijdens de reis alleszins voldoende te eten kregen: warme soep, 400 g brood, 40 g. boter en als beleg 'een ende bloeling' (bloedworst). Gaston wil het contact met het thuisfront niet verliezen en vraagt zijn ouders om adressen van familieleden. Verder geeft hij zijn correcte gegevens door, zodat hij ook briefwisseling kan ontvangen.