Fragment uit het dagboek van Jules Gits (uit: Het oorlogsdagboek van Jules Gits. Izegem 14-18. Deel 1, Jean-Marie Lermyte)
woensdag 11 november 1914. Vroeg in de morgen waren de eerste gewonden hier met de trein aangebracht. Een deel werd verzorgd in de zalen van het nieuw opgericht goederengebouw van de statie, een ander deel werd in de ziekenzalen van het oudemannenhuis opgenomen. Dit laatste gebouw moest volkomen leeg zijn en uitsluitend dienen voor de Duitse gekwetsten. Alleen mochten er Duitse geneesheren, Duitse ziekendieners en Duitse ziekendiensters er de voet inzetten.
Dit personeel was ook aangekomen. En men zag seffens een grote verandering in onze straten. Geneesheren, mannelijke en vrouwelijke leden van ’t Rode Kruis bij ganse benden. De geneesheren met het rode kruis op de witte armband, als flinke officieren uitgedost. Bedienden, in ’t grijs gekleed, met banden aan de armen, rode kruisen op de borst, op de tippen van hun cols, op de voorrand van hun kepies. Bediensters, Duitse nonnen, van alle slag, juffrouwen, naar de laatste mode gekleed, met op het hoofd een licht wit kapje waaraan een lange zwarte strik te waaien en te vliegen hing. Andere met lichte gestreepte bleekblauwe rokken aan. Nog een soort met donkerblauwe pelerine en rok aan, en om het hoofd een kap, van ver aan de kap.