Deze kaart maakt deel uit van de verzameling kerst- en nieuwjaarskaarten van Trees Demeulemeester die over dit onderwerp in 2011 een boek publiceerde met als titel: "Warme wensen voor de koudste dagen, 100 jaar kerst- en nieuwjaarskaarten." Uitgave Davidsfonds uitgeverij. 256pp. 22,50€.
Op deze kleurige nieuwjaarskaart zien we twee spelende bonte poesjes rond een rieten mand gevuld met maretak, met de typische witte besjes. Bovenaan de mand tooit een roze strik het geheel.
Maretak werd in de periode 1900-1910 heel vaak gebruikt op kerst- en nieuwjaarskaarten als geluksbrenger. Maretak is een groenhoudende plant uit de Sandelhoutfamilie. Het is een bijzonder mooie verschijning, een groenblijvend struikje met witte bessen in een verder kale winterboom. De plant leeft namelijk op bomen en is een halfparasiet: water en mineralen haalt hij van zijn gastheer, maar hij vormt zelf bladgroen. De plant heeft in Europa altijd een mystieke betekenis gehad. In de Keltische taal betekent maretak: "geneest allen". Maretak zou niet alleen zieken genezen, maar ook vruchtbaar maken en mensen beschermen tegen hekserij. Maretak is traditioneel altijd al als een geluksbrenger beschouwd. De Engelsen hangen hem (de mistletoe) in de kersttijd op in hun huis. Het gebruik wil dat iemand die er onder staat ongestraft mag kussen. De maretak was lang geleden ook vaak de plant waaronder een huwelijk werd bezegeld. En hij werd ook vaak opgehangen in veestallen ter bescherming.
Keltische priesters verzamelden de maretakken met veel zorg op de zesde dag van de maancyclus. Ze sneden de takken af met een gouden snoeimes, en de plant werd dan opgevangen met witte doeken die de grond niet mochten raken. De plant werd dan gebruikt bij offerrituelen.
Op vandaag is de maretak een beschermde plant.