Troep Saratos
Arthur Petrus Vuylsteke de Laps (1877 - 1946) werd geboren in Maldegem, waar zijn Waalse vader in functie was als brigadier van de douane. Hij is gestorven toen de kinderen nog klein waren en moeder hield daarna een winkeltje in haar geboortedorp Kaprijke. Ze overleed niet lang na haar echtgenoot waardoor de kinderen als wees achterbleven.
Tegen zijn zin belandde Arthur in de pupillenschool. Hij was zeer muzikaal, sportief en avontuurlijk aangelegd. Daarom verliet hij het leger om als leerling-acrobaat mee te gaan met Circus Sosman. Daar vatte hij het idee op om later een acrobatengroep te stichten.
Hij huwde met Rosalie Toetenel uit Berchem-Antwerpen. Daar gingen ze zich ook vestigen en zeven van de negen kinderen werden in Berchem geboren: Hypolite, Maria, Guido, Jozef, Hélène, Jeanne en Hilda. Alleen Arthur jr en Pompeo werden respectievelijk in Den Haag en New York geboren.
Arthur werd gewardeerd circusartiest. Zo speelde hij trompet terwijl hij een handstand op één hand uitvoerde. Hij kon zich ook, alleen op zijn hoofd steunend, in evenwicht houden en zich zo springend voortbewegen. Tijdens een verblijf in Griekenland werd hij bevriend met een opperhoofd van de Griekse opstandelingen van wie hij de naam Saratos overnam. Zo kon men hem samen met een collega, treffen in het Nieuw Circus Gent en circussen Semay en Sosman.
Vanaf 1912 waren vader Vuylsteke de Laps en oudste zoon Hypolite als evenwichtsartiesten-slangemensen aangeworven bij Semay en De Jonghe. In 1915 kwam het Hollands circus Carré aan de beurt, want de familie was naar Nederland gevlucht. Daar ondertekende Arthur een verbintenis bij circus Barnum and Bailey. Met de oudste Hippolite ondernam hij vanuit Rotterdam de boottocht naar Noord-Amerika (aankomst 24 februari 1916) en na een tijd volgden zijn vrouw met de kinderen Maria, Guido, Joseph, Helena, Jeanne en Arthur, met aankomst op Ellis Island op 17december 1916. Ze verbleven in New York, waar de jongensten school liepen. De oudsten traden op met hun vader. In 1919 keerden ze terug, vestigden zich opnieuw in Berchem en gingen aan de slag bij Circus de Jonghe.
Een jaar later kwamen ze buiten met hun eigen Cirque Moderne. Een pareltje van een tweemasttent. Het zaakje raakte niet van de grond en werd al na korte tijd opgedoekt.
in 1924 trok vader Arthur, samen met de kinderen Hippolite, Guido, Joseph en Maria, Maria's man Jean Cordonnier en Paul Mortier, vanuit Antwerpen met de 'Nieuw Amsterdam', opnieuw naar Noord-Amerika, met aankomst op 12 maart. Ze waren er een tijd verbonden aan het RIngling Bros Barnum and Bailey circus. Toen ze hier na een paar jaar weer voet aan wal zetten, gingen ze hier en daar engagementen aan. Toch duurde het niet lang vooraleer weer met een eigen Salon Cirkus Saratos werd van start gegaan.
Nadat ze vanaf 1926 naar Edegem verhuisden, vonden ze in 1933 hun definitieve stek in KOntich. Door de oorlog lagen ze een tijd stil, maar in 1943 ging de ganse familie weer de baan op met een programma dat voor een groot deel uit huisnummers bestond.
Na het overlijden van hun vader, braken moeilijke jaren aan. In 1953 werd de zaak als gevolg van onenigheid en slechte zakelijke cijfers, opgedoekt.
Op de foto: 4 van de groep, op elkaar in de straat.