In 1917 waren de Engelsen Roeselare aan het bombarderen. Het was om de Duitsers te treffen, maar wij woonden daar ook! Elk moment kon er een bom op ons huis vallen. Het was beter om te vluchten. Maar er reed geen trein meer. We moesten een volle week wachten. Ondertussen kwamen de Duitsers ons huis binnen en ze pakten al onze deuren mee. Om ze te verbranden in hun houtvuur, om warm te hebben! Na een week konden we dan toch vertrekken. We zijn uiteindelijk in Duffel terecht gekomen. Daar was het vreselijk! Op straat scholden ze me uit voor 'vuile vluchtelinge'. En ze wilden ons geen brood verkopen. Papa is dan rapen en wortels gaan zoeken op het veld en bladeren van bloemkolen. Dat was ons eten.