In 1917 stonden er opeens Duitse soldaten voor onze boerderij. Ze gingen daar hun veldkeuken maken, zeiden ze. Wij zouden naar Rollegem trekken. De Duitsers hielpen ons om zo veel mogelijk mee te kunnen nemen. Ze laadden alles op de grote kar. Zelfs onze meubels en de twee geiten konden mee op de kar! Toen we na de oorlog terug naar onze boerderij trokken, schrokken we ons een ongeluk. Alles was plat gebombardeerd ! Er stond geen steen meer op de andere... Vader heeft dan een barak gebouwd. Daar hebben we in gewoond tot onze boerderij weer opgebouwd was.