Deze getuigenissen en beelden werden verzameld in het kader van het mondeling geschiedenisproject rond generatiebedrijven.
Foto 1: De brouwerij te Ingelmunster
Foto 2: De bierkar
Brouwerij Van Honsebrouck is al vijf generaties lang in handen van dezelfde familie. Vanaf 1900 zijn ze actief in het centrum van Ingelmunster. Ervoor werd al bier gebrouwen op de boerderij van Amandus Van Honsebrouck in Werken, waar ook zuivelproducten verkocht werden en steenkool verhandeld werd. Dat bier werd toen de maandag uitgevoerd en als het tegen zondag niet op was, dan mocht je dat weggieten.
Na zijn plotse overlijden volgde zijn zoon Emile (1844 – 1929) hem op als brouwer en als burgemeester (tot 1878). In 1863 was Emile gehuwd met Louise De Poorter uit Ingelmunster. Het jonge paar vestigde zich in de ouderlijke boerderij in Werken. Maar het boterde niet tussen Louise en haar schoonmoeder. Ook de kleinkinderen waren er niet echt welkom. Emile en Louise verlieten Werken om een eigen brouwerij te beginnen. De eerste pogingen in Vichte en Kortrijk mislukten. In 1900 vestigde het echtpaar Van Honsebrouck – De Poorter zich in een kleine hoeve aan de rand van Ingelmunster. De kleine brouwerij Sint Jozef was geboren.
In 1922, toen Emile bijna tachtig was, vertrouwde ‘merke’ – zo noemden de kinderen hun moeder Louise – de brouwerij toe aan zoon Paul. Samen met zijn oudere broer Ernest nam hij de roerstok over. Beide broers slaagden erin om de brouwerij in stand te houden na de ravage van de Eerste Wereldoorlog. Ernest relativeerde zijn brouwkunst: “Ik heb het brouwen geleerd van mijn broer Paul, die ’t heeft geleerd van ons vader die het ook niet kon!” Toch slaagden beiden erin om de brouwerij in 1930 uit te breiden met een nieuwbouw met vier verdiepingen. Ze beschikten er over een mouterij, een opslagplaats voor gerst en waterbakken. Het gelijkvloers werd een tonnenmagazijn met vijftien foeders van 180 tot 250 hectoliter. Een nieuwe brouwzaal, tankzaal en bottelarij vormden het sluitstuk van de renovatie in 1939. De broers hadden een goede overeenkomst gesloten met aannemer Crop uit Meulebeke. De helft van de werken werd cash betaald, de andere helft in bier.
Ernest bleef ongehuwd, Paul huwde Germana Ampe met wie hij acht kinderen had. Eén van de jongste zonen, Marc, zou de brouwerij overnemen. Maar toen vader Paul op vrij jonge leeftijd ernstig ziek werd en het gevaar bestond dat hij zou overlijden, zag de oudere zoon Luc (°1930) de kans schoon om te vragen of hij niet voor brouwer mocht studeren. Tijdens de vakantieperioden hielpen de vier zonen mee in de brouwerij, ze kleefden vooral etiketten. Na één jaar brouwerijschool was Luc dat kleven beu. Hij mocht toen stagelopen in andere brouwerijen om wat bij te leren. Vooral in de Wicküler – Kupperbrauerei in Wuppertal/Duitsland leerde hij dat orde, netheid en discipline noodzakelijk zijn voor het beheer van een brouwerij. Na zijn studies was hij klaar om het roer over te nemen.