We zijn gevlucht van Roeselare naar Wetteren, in een beestenwagen. Net voor we vertrokken, gingen mijn zus en ik nog een brief posten. Toen viel er een bom niet ver van ons. Dat was nogal een spektakel. We bleven kijken, tot mama naar ons toe kwam gelopen en ons wegtrok. Zij was bang. Wij eigenlijk niet. In Wetteren ben ik naar school geweest in het Frans. Het was eigenlijk geen school: de meester gaf les op een zolder. Het eten was niet fameus! En je moest er heel lang voor in de rij staan, met de voedselbonnen. Het was feest als er eens confituur was, of gedroogde haring, of sprotjes. En soms was het ook echt feest. Mijn papa organiseerde dan een echte Roeselaarse kermis in Wetteren. Daar wilde iedereen bij zijn!
We zijn gevlucht van Roeselare naar Wetteren, in een beestenwagen. Net voor we vertrokken, gingen mijn zus en ik nog een brief posten. Toen viel er een bom niet ver van ons. Dat was nogal een spektakel. We bleven kijken, tot mama naar ons toe kwam gelopen en ons wegtrok. Zij was bang. Wij eigenlijk niet. In Wetteren ben ik naar school geweest in het Frans. Het was eigenlijk geen school: de meester gaf les op een zolder. Het eten was niet fameus! En je moest er heel lang voor in de rij staan, met de voedselbonnen. Het was feest als er eens confituur was, of gedroogde haring, of sprotjes. En soms was het ook echt feest. Mijn papa organiseerde dan een echte Roeselaarse kermis in Wetteren. Daar wilde iedereen bij zijn!