In 1914 vluchtten we met hele gezin naar Izegem, daar woonde een oom van ons. We waren nog maar een uur onderweg of we botsten al op een patrouille Ulanen. We kropen allemaal weg achter onze ouders. Moeder had al het goudwerk in haar schort verstopt, en omdat ze bang was dat de soldaten het gingen stelen, hield ze haar handen ervoor. Dat had ze beter niet gedaan... De soldaten dachten dat ze wapens verstopte! Ze hielden een revolver tegen haar hoofd en schreeuwden dat ze moest laten zien wat ze daar had. Toen ze zagen dat het 'maar' goud was, mochten we terug verder, met de daver op ons lijf. Na drie dagen zijn we teruggekeerd naar Rumbeke.
In 1914 vluchtten we met hele gezin naar Izegem, daar woonde een oom van ons. We waren nog maar een uur onderweg of we botsten al op een patrouille Ulanen. We kropen allemaal weg achter onze ouders. Moeder had al het goudwerk in haar schort verstopt, en omdat ze bang was dat de soldaten het gingen stelen, hield ze haar handen ervoor. Dat had ze beter niet gedaan... De soldaten dachten dat ze wapens verstopte! Ze hielden een revolver tegen haar hoofd en schreeuwden dat ze moest laten zien wat ze daar had. Toen ze zagen dat het 'maar' goud was, mochten we terug verder, met de daver op ons lijf. Na drie dagen zijn we teruggekeerd naar Rumbeke.