Roeselare ligt in vogelvlucht ongeveer 15 km van het front. Een brief door Fritz in Roeselare geschreven wordt tot 16 oktober 1915 in bewaring gehouden. In de nacht van 1 op 2 oktober wuift gastvrouw Julia Fritz en zijn kompaan in Roeselare uit.

“Roeselare, een klein Vlaams provinciestadje, lag ongeveer 15 km in vogelvlucht achter het front. Een echte etappeplaats waar het goed leven was. Alle winkels waren open zoals in vredestijd, de bevolking was beleefd, ja meestal uiterst vriendelijk, maar ze namen het ons wel kwalijk dat we op 19 oktober van vorig jaar zo onnodig huisgehouden hadden. Aan het Vlaamse bier moesten de Duitse smaakpapillen eerst wennen, maar het zorgde toch voor de nodige sfeer, wat bij een soldatengroep die tot rust komt, niet veel moeite kostte.”   

In de vrije tijd in Roeselare schrijft hij het verslag van zijn reis in een brief aan zijn broer Max. Uit de afstempeling blijkt dat de brief tot 16 oktober 1915 in bewaring gehouden wordt. Intussen roept het front. In de nacht van 1 op 2 oktober 1915 weerklinkt het bevel. Hij en zijn kompaan Altenburg worden door de zusters uitgewuifd. 

De Nederlandse samenvatting van de Duitse tekst werd gemaakt door Rudi Alliet.