‘Eenmaal de Duitsers te Menen aangekomen, werd het college volledig bezet door de cavaleristen. Ze vernietigden en beschadigden alles wat in hun bereik lag. Het was er geweldig vuil en rumoerig, dag en nacht. De principaal werd het beu en vroeg aan de Kommandantur er een legerlazaret te mogen inrichten. Voor middernacht nog waren de manschappen met hun paarden vertrokken. Rond 5 uur ’s morgens waren er reeds honderden zieken en gekwetsten, op de koer, op de trappen, in alle zalen. De principaal liet me halen om 5 uur ’s morgens. Het was een jammerlijk schouwspel. Het was afschuwelijk! Afschuwelijk! Gekwetsten, stervenden, bloed, overal bloed’.
Dagboek Margaretha Denys, verpleegster afkomstig in Roeselare en tijdens de oorlog werkzaam in een lazaret in Menen.