Op Schuwe Maandag werd Pastoor Meersseman opgepakt en naar het hoofdkwartier van de generaal Hahn gebracht, tussen Beveren en Ardooie. Volgens de Duitsers zou de kerktoren van Beveren als signaalpost dienen. De Duitsers achtten hem verantwoordelijk voor al wat er in zijn kerk gebeurde, ook al had hij zelf niet gespioneerd. De pastoor ontkende dat er iets verdacht te vinden zou zijn in de kerktoren maar ze geloofden hem niet. Hij kreeg de toestemming om samen met de Duitse soldaten de toren te beklimmen en te onderzoeken. Ze kamden heel de toren uit maar vonden niets. De soldaten gingen teleurgesteld weg maar sloten de pastoor tot half vier in de namiddag op in de klokzolder van de kerk.
(Collectie Johan Delbecke, Roeselare)