Eind april 1945 hoort Gaston in .Lamspringe van de voorbij rijdende Amerikanen dat de oorlog voorbij is. Op 25 april ’s avonds wordt er ingepakt. Op 26 april 1945 om 7 ’s morgens vertrekt Gaston te voet met een paar makkers. Ze konden een stootkar bemachtigen, zodat ze hun valiezen niet hoefden te dragen. Ze overnachtten bij landbouwers. Op 28 april wordt Gaston ziek door het drinken van besmet water maar toch trekt hij verder tot aan het veer over de Weser. Na de overzet trekken ze te voet verder tot in Holzminden. Daar houden Amerikanen hen tegen en brengen hen met een auto naar een kazerne in Höxter. Ze hebben dan al meer dan 60 km gestapt. Gaston is nog altijd ziek en blijft een paar dagen in bed.
Op 6 mei worden Gaston en zijn makkers per vrachtwagen tot in Bielefeld gebracht. Daar verblijven ze in een kazerne. Het is een verzamelplaats voor Belgen. Op 8 mei reizen ze verder tot in Münster om ’s anderendaags door te rijden naar Luik. Op 10 mei 1945 komt Gaston aan in het Station Moorslede-Passendale waar zijn vader hem opwacht met een fiets. Na 25 maand is Gaston eindelijk weer thuis.