Brief van maandag 7 augustus 1944. Moeder beschrijft hoe druk het is met de oogst. Verder schrijft ze over Frans en zijn vrienden: ‘…zijn al bijna jonkheden’. Verder wordt de inhoud beschreven van pakjes die ze zal sturen. Moeder gelooft stellig dat Gaston thuis zal zijn voor de winter. Moeder besluit met goede raad: ‘nu Gaston houd u koeste en gezapig ge komt er altijd het verst mede, den tijd zal toch eens komen als wij allen mogen gespaard blijven’.
Brief van 9 augustus 1944. Moeder beschrijft de werkbroek die ze deze morgen verstuurde. Ze stak er ook lapjes stof bij, zodat Gaston die broek kan verstellen, mocht hij verslijten. Moeder hoopt dat het vlees ‘van ons zwijntje’ bij Gaston in de smaak is gevallen. Verder beschrijft moeder het weer en het werk tijdens de oogst. Vandaag waren er weer veel vliegtuigen, maar ze vlogen gewoon over. Moeder eindigt met dorpsnieuwtjes: ongelukken, sterfgevallen en ziektes.