Briefkaart van 8 augustus 1944. Gaston vertelt dat de fabriek in Braunschweig zwaar gebombardeerd werd en grotendeels in puin ligt. Er zijn meer dan duizend bommen gevallen. Gaston beseft dat hij geluk heeft dat hij daar niet meer woont. Gaston wil zijn oude makkers zondag een bezoek brengen. Maar hij zegt erbij dat het er nog gevaarlijk is, want er liggen nog blindgangers.
In de brief van 9 augustus 1944 beklaagt Gaston zich over de werkomstandigheden ’s nachts. Nu is het warm weer en ze mogen geen ramen open zetten. Ze werken in het donker met alleen het licht van de machine. Hij vertelt nu meer details over het bombardement van zijn fabriek en kamp in Braunschweig. Gaston vindt dat het in Lamspringe saaie zondagen zijn. Hij is van plan om, als hij weer thuis is, de zondag nooit meer thuis te zijn.