Met de brief van 22 juni 1944 bevestigt Gaston de ontvangst van brieven en pakjes. Hij vertelt dat er gisteren gedurende 5 uur alarm was. Hij stelt zijn ouders gerust: de vliegtuigen vliegen alleen maar over en hij zegt: ‘het is juist zooals bij U’. Er staat in Lamspringe geen afweergeschut. Nu hij niet meer in Braunschweig woont, vertelt Gaston zijn ouders hoe gevaarlijk het er was en hoe slecht hun kamp wel gelegen was: tussen het vliegveld en de fabriek waar hij werkte. Op dat vliegveld stond nog een fabriek waar ze vliegtuigen repareerden. Het afweergeschut stond op slecht 300 meter van hun kamp. Hij vertelt verder dat hij het in Braunschweig lastig heeft gehad door slaapgebrek. Ook heeft Gaston het over een bombardement op 30 à 50 meter. Hij heeft het ook over een bominslag op enkele meter van zijn Franse makkers. Hij besluit zijn brief met: ‘en ’t ware thoopen (te hopen) dat we dees jaar alleszins mochten thuis zijn want in Frank..k gaat het nog al goed hoore ik’.