Briefkaarten van april 1944. Gaston vertelt hoe hij zich die morgen moest reppen om tijdig te kunnen wegduiken voor de vallende bommen. Gelukkig waren ze niet bestemd voor zijn barakkenkamp, wel voor een doel op ca. 1 km afstand. Een straat is er volledig vernield.
Gaston heeft het alweer over alarm en vallende ‘chloorpotten’ en fosforbommen. Het bombardement duurde 40 minuten en de stad stond in lichterlaaie. Verder vertelt hij dat een paar makkers moeten verhuizen, maar zelf mag hij blijven. Daar is hij blij om en hij zegt: ‘nu het is best ook want ik ben niet aan dat verhuizen’.