• Brieven van Gaston Vallaey aan ouders, Braunschweig 13 en 17 oktober 1943
Brieven van Gaston Vallaey aan ouders, Braunschweig 13 en 17 oktober 1943
Brieven van Gaston Vallaey aan ouders, Braunschweig 13 en 17 oktober 1943
Brieven van Gaston Vallaey aan ouders, Braunschweig 13 en 17 oktober 1943
Brieven van Gaston Vallaey aan ouders, Braunschweig 13 en 17 oktober 1943
Brieven van Gaston Vallaey aan ouders, Braunschweig 13 en 17 oktober 1943
Brieven van Gaston Vallaey aan ouders, Braunschweig 13 en 17 oktober 1943

Brieven van Gaston Vallaey aan ouders, Braunschweig 13 en 17 oktober 1943


Objectnummer
GV20130619_041
Objectnaam
correspondentie
Inhoud

De brief van 13 oktober begint met een geruststelling voor de ouders: hij stelt het goed. Gaston maakt zich ongerust dat zijn ouders het geld dat hij hen toestuurde nog niet gekregen hebben. Hij zegt het zou jammer zijn indien het zou verloren gaan want 80 Duitse mark is 1000 Belgische frank. Hij dringt aan dat zijn ouders direct een bevestiging zouden sturen als ze het geld ontvangen. Verder zegt hij weer dat het niet nodig is dat ze hem voorraad opsturen. Het begint al te vriezen in Braunschweig en ’s nachts is het koud. Ze hebben onvoldoende dekens maar ze gebruiken extra dekens van de makkers die in de nachtploeg werken.

In de brief van 17 oktober vertelt Gaston dat het mooi weer is maar het begint al te vriezen. Aangezien ze in de barak nog altijd zonder kachel zitten, hebber ze er een gepakt. Nu kunnen ze het warm genoeg stoken, zodat 2 dekens volstaan. Ze halen hout uit de omringende bossen. Ze hebben ook genoeg kolen (ze hebben er 200 kg gepakt, en ze beschikken nog over hun rantsoen). In de fabriek staat hij aan een andere machine en het is lichter werk dan voorheen. Gaston vermeldt nog dat er Italiaanse krijgsgevangenen toegekomen zijn. Hij vindt dat die jongens te beklagen zijn. Het meerdeel is nog zeer jong, een jaar of 19. Ze hebben slechts 2 dekens en krijgen weinig eten: een klein rantsoen brood en elke dag wat soep. Die jongens moeten om de andere week in een nachtploeg werken. De nuchtere Gaston vindt nachtwerk ‘zeer kostelijk in het eten’ en tijdens de dag kunt ge maar half slapen. Gaston dringt erop aan dat zijn ouders minder pakjes zouden opsturen. Hij heeft het immers niet slecht. Hij heeft ook nog voldoende kledij. Verder klaagt Gaston dat het ver is om naar de kerk te gaan. Hij vermeldt dat onderpastoor Maertens van Passendale hem ook al eens schreef.

Auteursrecht
in copyright – non-commercial use permitted

Lees meer over de rechtenstatus in de disclaimer


Deze websites maakt gebruik van cookies Accepteer.