Getuigenis van Emiel Reynaert over de brand in het Arsenaal.
‘...Rond 10 uur hoorden wij weldra het gesnadder en geronk van Engelse vliegers boven de stad, gelijk ronkende meikevers in de donkere lucht, en na eene korte spanne tijds kraakte een hevige donderslag door de stille avondlucht, verechoënd over stad en veld, opeens gevolgd door nieuwe ontploffingen, die de huizen waggelen deden en de stad op hare vesten daveren. Het scheen alsof er duizend losgebroken donders, zich uit het donkere zwerk hadden losgescheurd en hunne vernielingsmacht geconcentreerd hadden op ons Arsenaal waar drie compagnies Duitsers zich hadden genesteld. Want kort na de ontploffingen zagen wij eene wiegende klaarte boven het Arsenaal zweven, de avondstad in een luguber licht stellend en fantastische schaduwen werpend op de omringende op de omringende gebouwen en op het Wapenplein dat helder verlicht als bij valavond in de schemergloed te blakeren lag...’