Patrick Sercu (Roeselare, 27 juni 1944) is een Belgisch wielrenner. Hij is de zoon van Albert Sercu, die ook een succesvol wielrenner was, en vader van wielermanager Christophe Sercu.
Sercu zal voornamelijk herinnerd worden als één van de grootste zesdaagse-renners aller tijden. Tussen 1964 en 1983 heeft hij een recordaantal van 88 zesdaagsen op zijn naam weten te schrijven.
Ook bij de grote kampioenschappen kende hij successen. Zijn grootste triomf kende hij in 1964, het jaar waarin hij goud behaalde tijdens de Olympische Spelen in Tokio op de kilometer met vliegende start. Het jaar daarvoor was hij al wereldkampioen snelheid geworden bij de amateurs. Daarna zou hij in dezelfde discipline nog twee keer goud (1967 en 1969) en twee keer zilver (1965 en 1968) behalen tijdens de wereldkampioenschappen bij de profs. In het begin van zijn carrière reed Sercu vooral de Sprintonderdelen van het baanwielrennen, hier in werd hij 3 maal wereldkampioen. Later focuste hij zich meer op de duuronderdelen. Hij vestigde ook drie wereldrecords:
Sercu won zowel in 1974 als in 1977 drie ritten in de Tour. Hij won in 1974 ook het puntenklassement. In de Giro boekte hij dertien overwinningen. Hiermee staat hij op de vierde plaats van Belgen met de meeste overwinningen in de Giro.
Na zijn carrière hield Sercu zich vooral bezig met het organiseren van zesdaagses. Hij werd directeur van de Zesdaagse van Gent en was directeur van de vroegere Zesdaagse van Hasselt. In 1996 werd Sercu, samen met twee andere olympische kampioenen Ulla Werbrouck en Filip Bardoel, benoemd tot ereburger van de stad Izegem. De wielerbaan in Assebroek bij Brugge is naar hem genoemd.