Deze getuigenissen en beelden werden verzameld in het kader van het mondeling geschiedenisproject rond generatiebedrijven.
Foto 1: café “De Kroon” te Dadizele waar Thomas Josephus Develtere gaat wonen samen met zijn vrouw Maria Theresia Soenen die de herberg uitbaat
Foto 2: meester-metser Thomas Josephus Develtere, het begin van een lijn van vijf generaties bouwaannemers en bouwmaterialenverkopers te Dadizele
Foto 3: August Develtere met zijn eerste vrouw Christina Mahieu, hun huwelijk bleef kinderloos
Foto 4: de gezinswoning van August Develtere en Maria Louisa Vanassche in de Kleppestraat te Dadizele
Foto 5: hoeve Ledoux in de Geluwestraat, een realisatie van August Develtere
Foto 6: kapel aan de basiliek te Dadizele (Opdracht van Jezus in de tempel) van de hand van August Develtere
Foto 7: hoeve Debrabandere in Dadizele, nog een realisatie ven August Develtere
Foto 8: familiefoto van het gezin August Develtere-Vanassche Maria Louisa en hun zes kinderen
Foto 9: bidprentje bij het overlijden van Augustinus Develtere, overleden als vluchteling te Vinkt in 1917
De geschiedenis van de familie Develtere in Dadizele vangt aan in 1752 toen Johannes Baptistus De Velter (andere schrijfwijze van de naam!) vanuit Passendale zich kwam vestigen in Moorslede samen met zijn kersverse bruid Maria Angela Van Neste. In 1756 vestigen ze zich in Dadizele en startten zo voor de familie een lange Dadizeelse periode. Johannes was handelaar in gerst en zijn vrouw was een spinster. Ze kregen samen 13 kinderen waarvan er 7 jong gestorven zijn.
Via hun zoon Angelus Jacobus De Velter, het elfde kind, een bode-dagloner die huwde in 1792 met Maria Broutin, een spinster komen we terecht bij de eerste nakomelingen die iets met de huidige bedrijfsactiviteiten van de firma Develtere bvba te maken hebben. Niet minder dan drie van hun 10 kinderen: François Dominique De Veltere °1796 (de schrijfwijze van de familienaam verandert hier), Franciscus Domenicus De Veltere °1799, en Angelus Joseph De Veltere 1809, waren metselaars, een beroep dat ze uitoefenden sinds het jaar 1815. In die periode (eind 18°- begin 19° eeuw) was er, gezien de verbeterde koopkracht, een intense bedrijvigheid in de bouwsector. Er deden zich in die periode ook belangrijke wijzigingen voor in de bouwnijverheid: vakwerk werd door metselwerk vervangen, strodaken werden voor dakpannen geruild, bevloering werd steeds meer gebruikelijk en de traditionele afscherming van de ramen met gedroogde varkensblazen verdwijnt voor vensterglas. Wel was de bouwnijverheid nog enorm beperkt door de aard van de metselspecie: kalk. Men kon slechts vanaf het begin van de lente tot halverwege de herfst bouwactiviteiten uitvoeren.
Eén dochter was Maria Theresia De Veltere °1794, zij gaat werken als dienstmeisje in Kortrijk waar ze zwanger wordt, de vader is onbekend, en het kind wordt ingeschreven als Thomas Josephus Develtere ° 1817 (de schrijfwijze van de familienaam verandert nog eens!) en gaat inwonen en wordt opgevoed bij zijn grootouders Angelus en Maria Broutin. Hij huwt in 1849 met Maria Theresia Soenen en gaat wonen in herberg “de Kroon” op de Plaats te Dadizele, waar zijn vrouw de herberg uitbaat.
Hij oefent het vak van metselaar uit, hij was meester metselaar, wat betekende dat hij ook vaak de architect van het huis was.
Thomas Josephus was een redelijk welgesteld meester-metser en bezat in 1867 zes eigendommen, misschien geërfd (van zijn onbekende (rijke?) vader?) misschien verdiend, want het was een bekwame aannemer. Hij krijgt de roepnaam “Sevennetje” ( ‘Seven’ is de roepnaam van Josephus en ‘Netje’ is afkomstig van Antoinette, de roepnaam van Maria Theresia Soenen, zijn vrouw, of van zijn moeder.
De oudste zoon van Thomas Develtere was Gustavus Augustinus (August) Develtere ° 1851. Hij huwt een eerste maal in 1880 met Christina Mahieu. Hun huwelijk blijft kinderloos.
Hij huwde voor de tweede keer met de naaister Maria Louisa Vanassche in 1892.August en zijn tweede vrouw vestigen zich in een woonhuis in de Kleppestraat te Dadizele. Het is een ruime woning met achteraan de “bedrijfsruimte” waar de bouwmaterialen gestapeld zijn, alsook de slieten waartussen de verschillende soorten bakstenen liggen, een sliet voor de dakpannen, het cement, de kalk, …
August kende de periode van stevige bouwactiviteit gezien de gunstige conjunctuur van 1880-1900. Hij tekent en werkt zelf met broers en werkkrachten de bouwwerken uit. Hij werd opgeleerd door zijn vader meester-metselaar Thomas Develtere. Hij was een zeer bekwaam aannemer en bouwde onder andere:
August was ook een knap tekenaar. Hij gaf les aan de tekenacademie in Dadizele in het vak ‘perspectieftekenen’.