Deze getuigenissen en beelden werden verzameld in het kader van het mondeling geschiedenisproject rond generatiebedrijven.
Foto 1: De oorspronkelijke winkel, ca 1960
Foto 2: De derde generatie Wilfried Vermeersch met echtgenote Rita Devos en hun kinderen Gudrun, Glinn en Sigrun tijdens de herinrichting van de winkel in 1976.
Foto 3: De vierde generatie Glinn Vermeersch, zijn echtgenote Inge Rosseel en Sigrun Vermeersch.
De slagerij Vermeersch werd opgericht in 1880 door Aloïs Vermeersch in ’t Hof van Henneken, aan ‘t Kruis. Ze verhuisden in 1925 naar de Rumbeeksesteenweg, waar de slagerij nu nog steeds zit.
In 1927 nam zijn zoon Alfons Vermeersch de zaak over samen met zijn echtgenote Yvonne Bouckaert. Ze kregen 14 kinderen, 7 zonen en 7 dochters waar 6 beenhouwers uit voortkwamen.
Een kleine opsomming:
• Rosa Vermeersch en haar echtgenoot Gabriël De Vos waren beenhouwers in Rollegem-Kapelle.
• André Vermeersch en zijn echtgenote Diane Plouvier waren beenhouwers in de Mariastraat te Roeselare.
• Gerard Vermeersch en Arlette Roger waren beenhouwers in Ingelmunster.
• Ook zus en broer Suzanne Vermeersch en Jozef Vermeersch runden beiden een beenhouwerij.
• Wilfried Vermeersch nam de beenhouwersfakkel over van zijn vader Alfons in 1957, samen met zijn echtgenote Rita Devos.
Alle 14 kinderen werkten in hun jeugd mee met de beenhouwerij. Ze hadden elk een fietsronde en zij brachten het vlees tot bij de mensen thuis. Veel keuze in vlees was er in die tijd wel niet.
Alfons Vermeersch en zijn echtgenote bleven in de zaak tot 1966.
Hun zoon Wilfried en zijn vrouw Rita kregen drie kinderen: twee meisjes Sigrun en Gundrun en een jongen Glinn. Sigrun en Glinn besloten in 1986 samen de zaak over te nemen van hun vader samen met de echtgenote van Glin, Inge Rosseel. Wilfried Vermeersch moest in 1997 noodgedwongen stoppen met helpen in de zaak door ziekte.
De kinderen van Glinn en Inge helpen af en toe een handje in de beenhouwerij met leveringen, in drukkere periodes, maar voorlopig zijn er geen opvolgingsplannen. Het voordeel hier is wel dat het gezin niet bij hun beenhouwerij woont, wat in de voorgaande generaties wel het geval was.